Lieve Angela,
Onderstaande heb ik ergens op het internet gevonden. Ik heb geen idee of je hier iets aan hebt, maar dacht plaats het toch want misschien is het wel nuttig.
Veel sterkte!
Liefs,
Sandra
Wat is endobronchiale therapie?
De term endobronchiale therapie of endobronchiale behandeling houdt in dat met behulp van een bronchoscoop, zowel star als flexibel, een behandeling in het binnenste van de luchtweg wordt uitgevoerd. Dit kan zijn om te genezen (curatief) of om de klachten die door een proces in en/of rond de luchtweg wordt veroorzaakt te bestrijden (palliatief).
Welke behandelingen kunnen endobronchiaal worden uitgevoerd?
Er zijn diverse behandelingsmogelijkheden. Een tumor dat in de luchtweg zelf zit, kan worden verwijderd door het met behulp van een tang “weg te happenâ€Â.
De tumor kan ook met behulp van elektrische stroom worden weggebrand of gesneden (electrocauterisatie) of door middel van laserlicht worden weggebrand (laser resectie).
Een bijzondere vorm van laser resectie is fotodynamische therapie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het gegeven dat een bepaalde stof langer in tumorcellen achterblijft dan in gezonde cellen. Door een laser licht van een specifieke golflengte hierop te laten schijnen, worden alleen de tumor cellen weggebrand.
Het proces kan ook worden weggestraald door een kleine radioactieve bron in de luchtweg te brengen met behulp van de bronchoscoop (brachytherapie) , waardoor de tumor kleiner wordt of geheel verdwijnt.
In bepaalde gevallen is het noodzakelijk een klein buisje in de luchtweg te plaatsen (stent) om de doorgankelijkheid van de luchtweg te herstellen of te garanderen.
Bovengenoemde behandelingen kunnen ook gecombineerd worden toegepast.
Wanneer is er een reden voor endobronchiale therapie?
Er moet ook hier een onderscheid worden gemaakt tussen palliatieve en curatieve behandeling.
Er is sprake van een curatieve indicatie (genezende opzet) als de tumor die gevonden is, heel klein is (< 1 cm3) en niet door de wand van de luchtweg is heen gegroeid. Meestal lukt het om door middel van een bijzondere CT-scan (high resolution CT-scan) aan te tonen dat er geen doorgroei is door de wand van de luchtweg heen. Verder moeten er geen aanwijzingen zijn voor uitzaaiingen in de lymfknopen of elders in het lichaam. Met behulp van electrocauterisatie of laser resectie of fotodynamische therapie of brachytherapie wordt in opzet de tumor totaal verwijderd. Dit dient op een later tijdstip te worden gecontroleerd. Deze curatieve behandeling zal bij voorkeur gebeuren als de tumor heel klein is, er diverse kleinere tumoren in de luchtweg worden gevonden en als de hart- en longfunctie beperkt zijn en een chirurgische behandeling niet toestaan. Na deze behandeling blijft men de patiënt levenslang controleren met behulp van bronchoscopieën, want op de longfoto was en is de mogelijke tumor niet te zien.
Gaat het om een palliatieve behandeling dan is meestal de reden ernstige kortademigheid door een proces in of rond de luchtpijp, waardoor de doorgankelijkheid ernstig belemmerd is. Andere redenen kunnen zijn een hinderlijke hoest, terugkerende ontstekingen in de luchtweg of opgeven van bloed. Belangrijk is wel dat andere behandelingen zoals uitwendige bestraling, chirurgische behandeling en behandeling met celdodende geneesmiddelen niet mogelijk zijn. Verder is van belang te weten of er een tumor in de luchtpijp zelf zit of dat de vernauwing van de luchtpijp wordt veroorzaakt door een proces buiten de luchtpijp. Zit het proces in de luchtpijp zelf dan kan het worden weggebrand door elctrocauterisate of laser resectie. Om het verkregen effect langer te laten duren kan aanvullend inwendige bestraling gegeven worden (brachytherapie). Gaat het om een vernauwing door druk van buiten af dan kan een stent geplaatst worden.
Welke bijwerkingen heeft endobronchiale therapie?
De bijwerkingen hangen af van de indicatie (curatief of palliatief), het type behandeling (electrocauterisatie of laserresectie of fotodynamische therapie of brachytherapie of plaatsen van een stent) en de algehele gezondheidstoestand van de patiënt..
Is de indicatie curatief en is de patiënt in goede gezondheidstoestand dan zijn er nagenoeg geen bijwerkingen behalve het moeten ondergaan van een bronchoscopie. Wordt fotodynamische behandeling gegeven dan moet gedurende een aantal weken blootstelling aan UV-licht vermeden worden. Door het ingespoten stofje is de huid erg gevoelig voor UV-licht (gewoon zonlicht) geworden. Komt de patiënt toch in het zonlicht dan loopt hij een huidverbranding op zoals iemand die te lang zonder bescherming in de zon ligt.
Gaat het om een palliatieve ingreep dan moet men zich realiseren dat de ziekte ook elders in het lichaam zijn gevolgen doet blijken. Belangrijke complicaties zijn bloedingen in de luchtweg, meestal niet erg heftig. Slechts een enkele maal treedt een fatale bloeding op als een groot bloedvat wordt geraakt. Na de ingreep kan een luchtweginfectie optreden. Een enkele keer kan er een gat in de luchtpijp (perforatie) ontstaan. Hieraan kan men niets doen en betekent een fatale afloop. Een zeer bijzondere en zeldzame complicatie is dat na de behandeling er problemen met de ademhaling optreden. Dit noemt men een respiratoire insufficiëntie. Wanneer dit optreedt, kan men de patiënt gedurende 24 uur beademen, waarna deze insufficiëntie verdwijnt en de patiënt weer spontaan kan ademen. Na brachytherapie kan na langere tijd een vernauwing van de luchtweg optreden of een massale bloeding (in ongeveer 9% van de behandelden). De vraag is of de bloeding alleen het effect is van de brachytherapie of dat er tevens weer groei van de tumor is. Bij het plaatsen van een stent kan een doorboring van de wand optreden (perforatie) of de stent zit niet op de goede plaats of wil zich niet ontplooien. Na langere tijd kunnen bij een stent de volgende bijwerkingen optreden: verplaatsing van de stent, verstopt raken door slijm, tumor of littekenweefsel. Het is mogelijk dan een nieuwe stent te plaatsen of de stent weer doorgankelijk te maken door verwijderen van het slijm, tumor of littekenweefsel.
Hoe lang kan men nog leven na een endobronchiale behandeling?
Belangrijk is een onderscheid te maken of het gaat om een genezende behandeling (curatieve behandeling) of een behandeling om bestaande klachten op te heffen of te bestrijden (palliatieve behandeling).
Is er sprake van een curatieve behandeling dan blijkt uit de literatuur dat in ongeveer 75% van de behandelde patiënten de tumor volledig verdwijnt (complete remissie). De overleving na een curatieve behandeling is goed Ongeveer 93% van de behandelden leeft na 5 jaar nog zonder tekenen dat de tumor weer teruggekomen is.
Is de behandeling erop gericht de klachten te verminderen of op te heffen die de tumor veroorzaakt dan wordt gekeken naar de duur dat het effect aanhoudt. Overleving is niet het primaire doel van de behandeling. Men moet zich realiseren dat de tumor nooit weggaat en ongestoord door kan groeien ondanks de behandeling. Met grote voorzichtigheid kan men uit de literatuur afleiden dat ongeveer bij de helft van de behandelden (50%) het effect na 6 maanden nog goed is. In een kwart van de behandelden (25%) is na een jaar het effect nog goed. Het effect van de behandeling en de duur van het effect hangen sterk af van het stellen van een juiste reden (indicatie) om de behandeling te doen.
Hoe gaat de behandeling in zijn werk?
Voor al deze behandelwijzen geldt dat er een bronchoscopie wordt verricht (zie bronchoscopie – link) Deze bronchoscopie kan onder lokale verdoving of onder algehele anesthesie gebeuren. Dit laatste hangt af van de voorkeur van de patiënt, de mogelijkheden in het ziekenhuis en het type behandeling. Laser behandeling en plaatsen van een stent zal meestal onder algehele narcose gebeuren. Andere behandelmogelijkheden als brachytherapie (inwendige bestraling), electrocauterisatie en fotodynamische therapie zullen meestal onder lokale verdoving gebeuren.
Na het inbrengen van de bronchoscoop wordt door het werkkanaal de verrichting uitgevoerd die was afgesproken.
Na electrocauterisatie, laser behandeling en het plaatsen van een stent zijn de klachten na de behandeling meestal direct verdwenen. Na brachytherapie en photodynamische behandeling gaat er een bepaalde tijd overheen alvorens het effect blijkt. Bij brachytherapie 5 tot 10 dagen voor het effect blijkt.